Probeer als een van de twee eersten met de meeste stenen aan te komen.
Schud de kaarten, verdeel tot een speler het beeld krijgt. Deze speler wordt de startspeler. Deze startspeler schud de kaarten nog eenmaal (niet meer schudden vanaf nu!).
Bij de start van elke ronde moet de startspeler zoveel kaarten omdraaien als (het aantal spelers +1). Hij kiest een kaart uit en legt die na zijn beurt onder de rest van de kaarten neer.
De kaart met het beeld erop kan je gebruiken om een willekeurige zet van 1 tot 6 velden te doen of om alle stenen van een andere speler te stelen.
Je eigen beeld gaat vooruit of wordt zwaarder!
Per veld dat je een beeld verplaatst (volgens de kaart) moet je een steen in een ander beeld stoppen. Verplaats je je eigen beeld, dan moet je evenveel stenen in andere beelden stoppen. Verplaats je een ander beeld, dan mag je evenveel stenen in je eigen beeld duwen. Deze stenen komen wel uit je eigen voorraad! Komt een beeld op een veld waar links een rotsblok ligt, dan:
De beelden wandelen heen en terug. Het laatste veld telt als 1 pas.
Zodra een beeld terug op het startveld staat, eindigt het spel (de 8 rots- blokken moeten wel weg zijn). Het eerste en het tweede beeld in positie worden leeg gemaakt. Wie de meeste stenen heeft, wint.
Bij gelijk aantal stenen wint die speler die het eerst eindigde.
Zijn er meerdere beelden op de tweede plaats, dan worden die onder elkaar vergeleken op de meeste stenen.