Die Siedler von Catan
Auteur: Klaus Teuber
Uitgegeven door Franckh, 1995
Een handelsspel waarbij spelers een eiland zo vlug mogelijk ontwikkelen met
nederzettingen en steden (2 tot 4 spelers vanaf 11 jaar).
Vertaald in het Nederlands door Mark Van Den Branden (spelgroep Forum,
Mortsel, België).
Schrijf je reacties en suggesties naar
Piet Notebaert
(pnotebaert@unicall.be).
Doel
De speler die als eerste 10 of meer zegepunten behaalt, wint het spel.
Opbouw van het spelbord
Splits de land- en zeevelden. Leg 5 landvelden in het midden in
één rij. Links en rechts daarvan één rij van 4
velden en daarnaast nog eens 3 velden. De zeevelden worden gesplitst in
havensteden en zee. Lef afwisselend een haven- en een zeeveld beginnende
van de rij van 4 velden rechts.
Vervolgens worden de getalschijfjes - die eerst alfabetisch op volgorde
gelegd zijn - op het spelbord gelegd met de letters naar boven en dit in
uurwijzerzin, beginnend van een hoekveld naar keuze. Als alle schijfjes op
het bord liggen, worden ze omgedraaid zodat de getallen duidelijk zichtbaar
zijn.
De getallen (2 tot 12) zijn telkens twee keer in het spel (behalve de 2
en 12 zelf: slechts 1 keer). Ze geven de waarschijnlijkheid weer van de som
van twee dobbelstenen. Hoe groter de lettergrootte van het getal, hoe hoger
de kans dat deze som gedobbeld wordt. De hoogst voorkomende combinaties (6
en 8) zijn bovendien heel duidelijk in het rood gedrukt. Op het
woestijnveld wordt geen schijfje geplaatst.
Nadat het spelbord opgebouwd werd, kiest elke speler een kleur en krijgt
hiervan 5 nederzettingen (huizen), 4 steden (kerken), 15 straten (staafjes)
en een overzichtskaart van de bouwkosten. De grondstofkaarten worden in 5
stapeltje open naast het spelbord gelegd (woud = hout, weide = wol, akker =
graan, heuvel = stenen, gebergte = erts). De ontwikkelingskaarten
(donkerder achterzijde) worden verdekt op een stapeltje gelegd. De rover
(zwarte pion) plaats je in de woestijn. De 2 speciale kaarten en de
dobbelstenen liggen klaar naast het spelbord.
Stichtingsfase
Deze fase spreidt zich uit over twee ronden. Elke speler krijgt de
gelegenheid om twee nederzettingen en twee straatjes te bouwen alvorens het
spel zelf start.
Eerste ronde
Wie het hoogst dobbelt, begint. Hij plaatst 1 nederzetting op een
kruising naar keuze en sluit hierop in willekeurige richting 1 straat aan.
Vervolgens zijn de andere spelers in uurwijzerzin aan de beurt. Bij het
zetten moet echter rekening gehouden worden met de afstandsregel!
- afstandsregel
Een nederzetting mag slechts op een vrije kruising gezet worden als de drie
dichtstbijzijnde niet bebouwd zijn door een nederzetting of stad. Het maakt
niet uit wie er staat, het kruispunt moet vrij zijn.
Tweede ronde
Vervolgens plaatst de speler die tijdens de eerste ronde als laatste een
nederzetting mocht plaatsen een tweede nederzetting en straat. De andere
spelers volgen in tegenuurwijzerzin. De tweede nederzetting en straat mag -
rekening houdend met de afstandsregel - overal geplaatst worden.
Onmiddellijk na het plaatsen van de tweede nederzetting en straat,
ontvangt elke speler zijn eerste grondstoffen. Voor elk landveld dat aan
die tweede nederzetting grenst, ontvangt hij 1 overeenstemmende
grondstofkaart uit de voorraad. Deze grondstofkaarten houden de spelers
voor elkaar verborgen.
De speler die als laatste zijn tweede nederzetting plaatste, begint het
spel.
Spelverloop
Elke speler doorloopt per beurt de volgende drie fasen:
- opbrengst van het land (a)
- handelen (b)
- bouwen (c)
- enkele bijzondere gebeurtenissen (d)
a) opbrengst van het land
De speler aan beurt moet met beide dobbelstenen gooien. De som van de
twee dobbelstenen bepaalt het landnummer dat grondstoffen opbrengt. Elke
speler die een nederzetting of stad heeft aan dit gedobbeld stuk land,
ontvangt een grondstofkaart (twee indien een stad). Zijn op een bepaald
ogenblik geen grondstofkaarten meer voorradig, ontvangt geen enkele speler
die kaart in die beurt.
b) handelen
Vervolgens mag de speler die aan de beurt is handel drijven met de
andere spelers om zo aan de hem ontbrekende grondstofkaarten te geraken. We
onderscheiden hierbij de gewonen binnenlandse handel en zeehandel.
- binnenlandse handel
De speler mag met alle spelers grondstofkaarten ruilen. Hij deelt b.v. mee
wat hij nodig heeft en wat hij bereid is om er in ruil voor te geven.
Belangrijk is dat er alleen gehandeld mag worden met de speler die aan de
beurt is, dus niet onder de andere spelers onderling.
- zeehandel
Hierbij kan de speler zonder behulp van zijn medespelers aan tafel
grondstofkaarten ruilen.
Bij de meest eenvoudige ruil kan de speler 4 gelijke grondstofkaarten van 1
soort omruilen tegen 1 grondstofkaart naar keuze. Het bezit van een haven
is hierbij niet nodig.
Heeft een speler echter een nederzetting of een stad opgericht aan zee, dan
kan hij veel interessantere deals doen. Bij een eenvoudige haven (met ?)
mag de speler steeds 3 gelijke grondstofkaarten ruilen voor 1 andere naar
keuze. Bij een speciale haven moet de speler slechts 2 gelijke kaarten van
de afgebeelde grondstof omruilen tegen 1 nieuwe naar keuze.
c) bouwen
De speler die aan de beurt is, kan ook bouwen om zijn zegepunten te
verhogen. In ruil voor bepaalde combinaties van grondstofkaarten (zie
overzichtskaartje) kan hij willekeurig veel straten, nederzettingen of
steden bouwen.
- straat: hout + stenen
Een nieuwe straat moet aangelegd worden aan eigen straten, nederzettingen
of steden. Op elke weg kan natuurlijk slechts 1 weg gebouwd worden. Zodra
een speler een aaneensluitende straat heeft uit 5 stukken straat, ontvangt
hij de speciale kaart "Langste handelsstraat" die hem 2 extra
zegepunten opleveren. Een handelsstraat kan onderbroken worden of een
andere speler kan een langere straat bouwen. Op dat ogenblik gaat die
speciale kaart naar de speler met de langste straat. Zodra 2 of meer
spelers een even lange straat hebben, gaat de kaart terug naar de voorraad.
- nederzetting: hout + stenen + graan + wol
Rekening houden met de afstandregel. De nederzetting moet minstens aan 1
eigen straat grenzen. Elke nederzetting op het spelbord levert ook 1
zegepunt op en kan 1 grondstofkaart opbrengen indien de dobbelstenen dit
bepalen.
- stad: 2 x graan + 3 x erts
De speler bouwt zijn nederzetting om tot een stad. Hij verwisselt het
huisje voor een kerk. Elke stad levert 2 zegepunten en kan 2
grondstofkaarten opbrengen.
- ontwikkelingskaart: graan + wol + erts
Als een speler een ontwikkelingskaart wil kopen, neemt hij de bovenste van
de stapel af in ruil voor de 3 benodigde grondstofkaarten. De bekomen
kaart(en) houdt hij best geheim voor de anderen. Een juist aangekochte
kaart mag niet meteen gebruikt worden.
Er zijn 14 ridders, 6 vooruitgang en 5 zegepunten in het spel.
d) speciale gebeurtenissen + kaarten
- rover
Als een speler een 7 dobbelt bij het begin van zijn beurt, ontvangt geen
enkele speler een grondstofkaart. Alle spelers die meer dan 7
grondstofkaarten in bezit hebben, moeten de helft terug naar de voorraad
brengen (ze zijn gelukkig wel vrij om te bepalen dewelke...).
Vervolgens neemt de speler die aan de beurt is de rover en plaatst deze op
een willekeurig ander landveld. Dan mag hij nog van een medespeler naar
keuze die aan dit getroffen stuk land een nederzetting of stad heeft staan,
een grondstofkaart stelen en bij zijn eigen voorraad voegen. Zijn er
meerdere spelers voorhanden, dan kiest hij 1 slachtoffer uit. Het roven
zelf gebeurt geheim: je mag niet zien welke soort kaart je steelt. Zolang
een rover op een bepaald gebied staat, ontvangt geen enkele speler
grondstoffen voor dit gebied.
- ontwikkelingskaart uitspelen
Een speler die aan de beurt is, mag op gelijk welk ogenblik tijdens zijn
beurt 1 ontwikkelingskaart uitspelen (hehalve de kaart die hij eventueel
net kocht).
- ridder
Als een speler deze kaart uitspeelt, moet hij de rover op een ander
landveld zetten. Hij steelt ook 1 grondstofkaart van een willekeurige
speler die er een nederzetting of stad heeft. Gespeelde ridderkaarten
blijven open voor de speler op tafel liggen. Een speler met 3 gespeelde
ridderkaarten ontvangt de speciale kaart "Grootste Riddermacht".
Dit levert hem extra 2 zegepunten. Deze kaart gaat terug naar de voorraad
indien iemand anders evenveel ridderkaarten komt uit te spelen, of gaat
naar die speler die op dat ogenblik weer de grootste riddermacht voor zich
liggen heeft.
- vooruitgang
Diegene die een dergelijke kaart uitspeelt, moet de opdracht die op de
kaart staat gelijk uitvoeren. De kaart verdwijnt dan terug onder de stapel.
- stratenbouw: de speler mag onmiddellijk 2 nieuwe straten (gratis)
bouwen
- ontdekking: de speler mag onmiddellijk 2 grondstofkaarten naar keuze nemen
- monopolie: alle spelers moeten al hun grondstofkaarten van een
bepaalde soort - te bepalen door de speler die de kaart gebruikt - afgeven
aan die speler
- zegepunten
Deze kaarten leveren extra zegepunten op en worden het best pas op het
einde van het spel getoond.
TIPS
- In het begin van het spel zijn vooral hout en stenen erg
belangrijk voor de bouw van wegen en nederzettingen. Tracht daarom je
nederzettingen te plaatsen in de buurt van woud of heuvels die een grote
kans hebben om gedobbeld te worden.
- De waarde van havens mag niet onderschat worden omdat ze een
makkelijke manier vormen om de juiste grondstofkaarten te bekomen.
- Het is vaak interessant om nog wat ruimte omheen je nederzettingen te
hebben. Omdat het midden van het spelbord slechts beperkt toegankelijk is,
kan dit een gevaarlijke plaats zijn.
- Veel handel drijven met verschillende partners en zelf
grondstofkaarten aanbieden, opent veel mogelijkheden.
The Game Cabinet
- editor@gamecabinet.com
- Ken Tidwell